Zaterdagmiddag 28 september stonden vrijwilligers Jos, Jim en Marieke opgesteld in de Vondst voor een groep van het Belgisch Genootschap voor Keltische Studies. Plan van aanpak: Ton Lupak van Restaura neemt de ene helft mee naar het atelier; de andere helft blijft in de Vondst om met ons de archeologische vindplaats Voerendaal-Ten Hove eens nader te bekijken. Na een half uur wisselen, eitje. Iedereen mooi weer voor zessen thuis.
Koffie (dank Ank!) in hand, zien wij de groep binnen vallen. Ankie, de baliemedewerker van de Vondst, werd meteen bevraagd of er toiletten waren en of men hier goed was voor een bezoek aan Restaura.
In het Frans. Oh ja, België… daar heb je ook Walons… niet aan gedacht.
Nu kan ik best een camping boeken of boodschappen doen in het Frans, maar ik mis teveel vakvocabulaire om een presentatie over archeologie en restauratie souple te laten verlopen en Français. Een deel van hen kon niet genoeg Vlaams om mij souple te kunnen verstaan en Engels als lingua Franca werd ook weggestemd. Besloten werd de presentatie in zowel Nederlands als Frans te doen, waarbij hun docent vertaalde wat wij zeiden. En wat een feestje werd dat!
Behalve dat het een heel gezellige groep was, werden er ook heel veel interessante en ook moeilijke vragen gesteld. Ik was blij dat ik van tevoren nog wat huiswerk had gedaan, want deze mensen hadden dat ook! Daarbij wist hun docent onze informatie in context te plaatsen met hun colleges over de Kelten, wat ook voor ons interessant was.
De voorwerpen uit de leskist werden vrij accuraat gedateerd en geduid. We hoefden zelf weinig toe te voegen want deze Galliërs hielpen elkaar met vereende krachten om de Romeinse tandartsinstrumenten en het hoofd van Nefertiti goed te duiden.
Het atelier was voor de groep razend interessant om te zien. Het heilige der heiligen waar eigenlijk iedereen wel had willen werken en waar nog interessante schatten te ontdekken waren. Ik verdenk Ton ervan dat hij speciaal voor deze groep een aantal voor hen interessante werken uitgestald had. Maar eerlijk gezegd is het ook voor ons atelierassistenten nog altijd spannend om te zien wat voor bijzonders er nu weer binnen gekomen is.
Toen alles gezien was wat er te zien was kwam er aan de invasie een einde, maar niet zonder gegevens en een knuffel uitgewisseld te hebben. Als wij op onze beurt Brussel willen invaderen, zijn we welkom. Omdat zij natuurlijk niet zo krenterig zijn als die Hollanders, wachten zij ons dan wel op met vlaai. Ton en Jos haalden nog net de trein van even voor acht…..