Skip to main content
Home > Nieuws > Uraniumglas

Kleine oorzaken – grote gevolgen. De vondst van een onooglijk stukje geel glas met tekst in de tweede glasvondst van Roermond leidde tot een speurtocht naar degene wiens naam op het fragmentje viel te ontcijferen. Toen er nog meer scherven met al dan niet duidelijke teksten werden gevonden was het hek van de dam.

Speuren naar de geschiedenis van de desbetreffende persoon of het bedrijf, bijpassende foto’s of afbeeldingen zoeken, plaatsen in de context van de 19e eeuw, van het een kwam het ander. Het team vrijwilligers van de Archeo-hotspot werkt aan een boekje met beschrijvingen en foto’s van de glasvondst(en) in Roermond.

In de glasvondst van Roermond duiken een aantal fragmenten op met een opvallende lichtblauwe kleur; ze lijken bij elkaar te horen en je kunt er een schaal van fröbelen. Waar zou die mooie maar vreemde kleur vandaan komen? Als medewerkers van Restaura met het woord uraniumglas op de proppen komen slaat bij de vrijwilligers van de Archeo-hotspot in Heerlen de schrik om het hart; zijn we nu allemaal ineens radio actief?

Uraniumglas is glas waaraan als kleurstof een uraniumverbinding is toegevoegd, vaak uraniumdioxide of natriumdiuranaat. Meestal gaat het om kleine hoeveelheden uranium (2%). Het glas heeft een groene of gele kleur die onder ultraviolette straling oplicht (fluoresceert). Het is laag radio actief en niet schadelijk voor de gezondheid. Uraniumglas werd tussen 1870 en 1940 op vrij grote schaal geproduceerd. Het is gebruikt in kunstvoorwerpen, lampen, schalen, medicijnflessen, huishoudelijke voorwerpen en sieraden. Ook de Nederlandse ontwerpers Copier en Lanooy en de architect Berlage werkten ermee. Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw wordt het nog maar op zeer beperkte schaal gemaakt. In het Nederlandse taalgebied is uraniumglas vooral bekend onder de naam annagroen-glas en is het een populair verzamelobject.

Het element uranium werd pas in 1789 ontdekt maar de praktijk om glas te kleuren door toevoeging van een uraniumverbinding was al bekend bij de Romeinen. Een mozaïek in een villa bij Napels uit de eerste eeuw bevat geel glas met 1% uraniumdioxide. Als kleurstof gebruikte men in die tijd een uraniumhoudend erts uit Noord-Afrika. In de middeleeuwen gebruikte de glasindustrie in Bohemen (een regio in het huidige Tsjechië) pekblende (uraniniet) uit de zilvermijnen in Joachimsthal als kleurstof.

De Boheemse glasfabrikant Franz Xaver Anton Riedel experimenteerde aan het begin van de 19e eeuw met de mogelijkheden om glas te kleuren door toevoeging van verschillende stoffen. Hij ontdekte dat de zouten van het toen nog maar net bekende element uranium voor een gele of groene kleur zorgden. Dit uraniumglas leek onder invloed van zonlicht groen licht ‘uit te stralen’; in werkelijkheid gaat het om fluorescentie door blootstelling aan ultraviolet licht. Zijn neef Josef Riedel ontwikkelde rond 1830 een industrieel proces om uraniumglas te maken. Dit glas werd ‘annagroen’ of ‘annageel’ genoemd naar de vrouw van Josef Riedel. Als kleurstof gebruikte men meestal uraniumdioxide of natriumdiuranaat. Door bijmenging van chemicaliën zoals ijzeroxide wist men naast geel en groen ook andere kleuren te maken.

De productie van uraniumglas bereikte zijn hoogtepunt tussen 1910 en 1930. Ook de beroemde Nederlandse Glasfabriek Leerdam en de Belgische fabriek Val Saint Lambert produceerden uraniumglas. Vanaf de jaren veertig werd uranium voor de glasindustrie moeilijk verkrijgbaar en duur; de vraag naar de grondstof was gegroeid door de ontwikkeling van kernwapens en gebruik in kerncentrales. Tegenwoordig wordt er nog op kleine schaal uraniumglas geproduceerd in Amerika en in Tsjechië.