Skip to main content
Home > Nieuws > Wekelijkse speurtocht

Bij onze wekelijkse zoek- en speurtocht met de Archeo Hotspot in de Glasvondst van Roermond stuitte ik op een klein ovaal stukje geel glas, een paar centimeter in diameter, ogenschijnlijk een flesbodem. Met een van Gwain geleende loep was er een naam te ontcijferen: Martin Toms en een deel van een plaatsnaam “elles”; Bruxelles?

Vrijwilliger Wil dook direct in zijn telefoon om te kijken of er iets over deze meneer bekend was; al snel was het raak: een reclameposter uit 1892 van een “elektrieke resina borstbalsem ter voorkoming van de tering”, vervaardigd door apotheker Martin Toms uit de Wetstraat 104 te Brussel, die claimde met zijn balsem in twintig jaar al 1000 genezingen bewerkstelligd te hebben.

Het bijzondere verhaal achter een klein stukje glas

Resina (of resin) is een harssoort, die tegenwoordig nog gebruikt wordt in o.a. epoxyhars en polyester.
De tering was de gangbare naam voor tuberculose, een heel groot probleem in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw, waaraan velen ten offer vielen, vaak al op jonge leeftijd; slechte, vochtige behuizing, slecht eten, veel armoede, lange werkdagen, ideale omstandigheden voor het uitbreken van ziektes en de tering sloeg dan ook overal toe; mijn eigen tante Jannetje mocht maar 26 jaar oud worden en zo waren er velen.
Antibiotica bestond nog niet en het was dus niet zo gek dat er verwoed gezocht werd naar een remedie tegen deze vreselijke ziekte.

Wil ging verder spitten en vond nog meer wetenswaardigheden over meneer Toms; hij was niet geboren, maar gevonden; althans administratief; hij werd aangetroffen op 6 januari 1853 in Antwerpen; in die tijd wachtte vondelingen doorgaans het weeshuis en dat was geen feest; Martin Toms toonde aan, dat het niet altijd zo hoefde te gaan. Waarschijnlijk bracht hij zijn jonge jaren door in het Maagdenhuis in Antwerpen, dat al in 1812 een vondelingen sluis had. Later werkte hij zich op tot een apotheker van naam na een studie in de gasthuizen van Antwerpen en Luik; hij begon een eigen zaak in de Wetstraat te Brussel, waar hij zich specialiseerde in borstziekten, die destijds veelvuldig voorkwamen; de tering was niet het enige probleem. Zoals uit de poster blijkt had hij over dit onderwerp ook een boek geschreven, dat klanten gratis mee konden krijgen.
Zijn product wordt ook vermeld in kranten. In “De Volksstem” van 5 januari 1907 staat een advertentie, waarin de balsem wordt aanbevolen; een behandeling kostte 5 franc. Ook in het “Weekblad van IJperen” duikt de advertentie op. In “De Denderbode” al in 1892. Tot circa 1922 wordt de balsem in diverse kranten aangeprezen. Kosten noch moeite worden blijkbaar gespaard om het wondermiddel aan de man te brengen. De zalf bestond toen al zo’n vijftig jaar.

Een huwelijksakte van 18-12-1907 vermeldt een verbintenis met Marie Jeanne Vernaz-Gris, 38 jaar oud; voor Martin wordt als geboortedatum 6-1-1853 aangegeven, de datum waarop hij werd gevonden. Hij was toen 54 jaar en dus een stuk ouder dan zijn bruid. Hij was in 1901 gescheiden van zijn eerste vrouw Jeanne Gregorine Celine Grandjean. Er is geen informatie over hem te vinden na 1928; ook geen overlijdensakte.

De poster bevindt zich in het Industriemuseum in Gent.

Vervalsingen waren er toen blijkbaar ook al; Martin waarschuwde zijn klanten geen namaak te kopen, want dat daarvan geen genezing te verwachten viel. Of de destijds beroemde balsem dat wel deed kun je je natuurlijk afvragen.